Advies Mr Vos

Related Cases:

ADVIES


Feiten

De Centrale Bank van Suriname (de Bank) heeft het project Concordia (ook bekend als Blauwmeer) en de gebouwen van Assuria aan de Henck Arronstraat gekocht. Naar aanleiding hiervan is advies gevraagd aan de Afdeling Juridische Zaken, Afdeling Toezicht Banken, en het Directoraat Monetaire en Economische Aangelegenheden over de vraag of deze aankoop conform de Bankwet heeft plaatsgevonden. Dit advies is vastgelegd in een Position Paper, waarnaar kortheidshalve wordt verwezen.


Vraag

De vraag die ter advisering is voorgelegd: Is de aankoop van de genoemde onroerende goederen (daadwerkelijk) conform de Bankwet geschied?


Toelichting

In hoofdstuk III van de Bankwet wordt de taak en werkkring van de Bank beschreven. In dit kader is met name artikel 9, sub a, c, en d van belang. Hierin is vastgelegd dat de Bank de volgende taken heeft:

  • a. Het bevorderen van de stabiliteit van de waarde van de geldeenheid van Suriname;
  • c. Het bevorderen van de ontwikkeling van een gezond bank- en kredietwezen in Suriname;
  • d. Het uitoefenen van toezicht op het bank- en kredietwezen.

Vanwege de verslechterende financiële positie van de DSB (De Surinaamsche Bank) en de structureel te lage solvabiliteit en liquiditeit, was het volgens de Position Paper noodzakelijk voor de Bank om maatregelen te nemen ter voorkoming van negatieve gevolgen voor het financiële systeem van Suriname en indirect voor de reële economie. Het uiteindelijke resultaat van de DSB over 2018 was volgens de Position Paper marginaal slechter dan vermeld in het emissieprospectus. De Bank moest maatregelen treffen ter ondersteuning van de financiële stabiliteit van Suriname. Niet ingrijpen zou desastreuze gevolgen hebben voor de DSB (de grootste systeembank), haar aandeelhouders en, vanuit een macro-perspectief, voor het land. Een van de gevolgen zou instabiliteit van de waarde van de Surinaamse geldeenheid (devaluatie) kunnen zijn.

De eerste vraag die hierbij rijst, is welke mogelijkheden de Bankwet de Bank biedt. Volgens de Position Paper biedt de Wet Toezicht Bank- en Kredietwezen 2011, evenals de Bankwet, de Bank onvoldoende mogelijkheden om direct in te grijpen bij falende instellingen, ook niet middels financiële injecties. Artikel 18, lid 1, van de Bankwet verbiedt de Bank om blanco krediet of voorschotten te verlenen. Daarnaast mag de Bank volgens artikel 18, lid 4, behoudens het bepaalde in lid 2, geen onroerende goederen kopen of bezitten, tenzij deze noodzakelijk zijn voor de uitoefening van haar bedrijf.

In artikel 18, lid 4, van de Bankwet is echter wel bepaald dat de Bank bevoegd is onroerende goederen te kopen die nodig zijn voor de uitoefening van haar bedrijf. De Bank heeft dan ook gebruikgemaakt van de gelegenheid om het onroerend goed aan de Henck Arronstraat (het Assuria-gebouw) aan te kopen, evenals het project Concordia van Panaso Vastgoed N.V., op voorwaarde dat de opbrengst geheel wordt aangewend ten behoeve van de DSB. Dit was onderdeel van een totaalpakket aan maatregelen die noodzakelijk waren om de continuïteit van de DSB te garanderen.

De volgende vraag is of de aankoop van de onroerende goederen door de Bank nodig was voor de uitoefening van haar bedrijf. Het Assuria-gebouw zal worden gebruikt om diverse afdelingen van de Bank te huisvesten en kan dus worden gezien als een rechtshandeling die verband houdt met de uitoefening van haar bedrijfsactiviteiten, waardoor wordt voldaan aan de voorwaarde genoemd in artikel 18, lid 4, van de Bankwet.

Volgens de Position Paper zal het project Concordia (Blauwmeer) echter worden gebruikt als een investering voor een vakantiepark met bungalows/huizen voor verhuur aan (gepensioneerd) personeel en anderen, met een winstoogmerk. Een vakantiepark kan niet worden beschouwd als noodzakelijk voor de uitoefening van het bedrijf, waardoor dit niet conform de Bankwet is.

Het project Concordia biedt ook ruimte voor huisvesting van personeel en anderen, evenals het bouwen van een congreshal en de CBVS Academy voor het houden van trainingen. Het is echter niet duidelijk wat de intentie is van de huisvesting van personeel en anderen. Als het is bedoeld voor het bijwonen van trainingen of congressen georganiseerd door de Bank, valt dit binnen de bedrijfsactiviteiten van de Bank zoals bedoeld in artikel 18, lid 4, van de Bankwet. Het verkopen van grond door de Bank is echter in strijd met deze wet.

Ter rechtvaardiging van de aankoop wordt in de Position Paper ook steun gezocht in artikel 18, lid 3, van de Bankwet. Dit artikel stelt dat de Bank niet mag deelnemen aan handels-, nijverheids- of andere ondernemingen, behalve met goedkeuring van de regering, na overleg met de Raad van Commissarissen (RvC). Deze mogelijkheid is besproken tijdens een vergadering met de RvC op 12 juli 2019.

Mijns inziens is dit beroep op artikel 18, lid 3, Bankwet onterecht. Dit artikel betreft deelname in vennootschapsrechtelijke zin en niet het kopen van onroerende goederen. De Bankwet vereist geen specifieke goedkeuring van de regering of overleg met de RvC voor een dergelijke aankoop, al is dit wel raadzaam.


Eindadvies

Gelet op het voorgaande kan geconcludeerd worden dat de aankoop van de onroerende goederen door de Bank een tweeledig karakter heeft:

  1. De continuïteit van de DSB, met als direct gevolg het behoud van de financiële stabiliteit van Suriname.
  2. De uitoefening van de bedrijfsactiviteiten van de Bank ex artikel 18, lid 4, van de Bankwet.

De aankoop van het Assuria-gebouw is in overeenstemming met de Bankwet, maar de aankoop van het project Concordia, met het oog op het gebruik voor een vakantiepark, niet.

Mr. Monique G.A. Vos
Advocatenkantoor Vos

Scroll to Top